Centraal vacuümsysteem
Centrale vacuum systemen komen in alle soorten van industrie voor en het toepassenvan een centraal vacuumsysteem kent dan ook vele voordelen. Twee of meerdere pompen central opgesteld geeft natuurlijk een hoge bedrijfszekerheid, maar kent ook energievoordelen. Verder produceert een centrale opstelling minder lawaai en biedt het de mogelijkheid om de opgewekte warmte te gaan benutten. Bovendien wordt vaak gebruik gemaakt van een buffertank, waardoor een zeer constant vacuum bereikt kan worden.
Een speciale uitvoering van een centrale unit is de ziekenhuis unit die aan extra hoge eisen moet voldoen. Zo levert Induvac deze units volgens de 93/42/EEC normalisering die geldt voor het ziekenhuis wezen. De vacuümunit bestaat hier uit drie vacuümpompen samengebouwd met een vacuüm tank, dienend als buffer. Het systeem is verder voorzien van een voorfilter met condens afscheider en twee bacteriën filters(UNI-EN737-3:2000, par. 5.6.1 -5.6.7). Na het opstarten van de eerste pomp, wordt het vacuüm op peil gehouden in de vacuümbuffer. Een pomp is in principe voldoende hiervoor. Mocht om wat voor reden dan ook de capaciteit te klein zijn, zal een tweede pomp bijspringen. Wanneer zelfs twee pompen het verbruik niet kunnen handhaven gaat ook de derde pomp werken(par.5.6.3). Het meegeleverde controlepanel of schakelkast zorgt ervoor dat alle pompen een gelijk aantal draaiuren afwerkt en dus een gelijkwaardig slijtagebeeld geven. De derde pomp is in principe een "nood" pomp, en weliswaar gestuurd door het controlepaneel, maar gevoed door een "nood"panel, waardoor het mogelijk wordt om zelfs bij het volledig uitvallen van de hoofdschakelkast nog een vacuüm te creëren. Dit alles volgens de UNI-EN737-3:2000 norm par. 5.6.5. De pompsystemen zijn leverbaar in diverse capaciteiten beginnend bij 12m3/hr per pomp tot 250 m3/hr. De bijbehorende buffertanks variëren in grootte afhankelijk van de pompcapaciteit. De systemen kunnen